Iedere vogelaar in Nederland kent natuurlijk de Bonte Kraai, de uiterst waakzame, grijs-zwarte kraai die met zijn rauwe verdragende roep de sfeer op een mistige herfstdag compleet maakt. De Bonte Kraai is in het algemeen regelmatig te zien van begin oktober tot eind april. Ook wordt de soort, vooral in het noorden van het land en op de Waddeneilanden, nog wel eens in het zomerseizoen gezien. Hij heeft zeker al een twintig keer in ons land gebroed, al dan niet gepaard met de Zwarte Kraai. Exacte gegevens over het voorkomen in herfst en winter zijn er echter heel weinig. Waarschijnlijk omdat een deel van de Nederlandse vogelaars alleen achter zeldzame of meer ’interessante’ soorten pleegt aan te hollen en omdat een groot deel wel min of meer uitgebreid naar de soort kijkt maar er alleen het plezier aan beleeft en de waarnemingen niet noteert of alleen onder globale termen als ’algemeen’, ’veel’ of gewoon’ etc. De ’Avifauna van Nederland’ noemt de Bonte Kraai een doortrekker en wintergast in vrij groot aantal. De term ’vrij groot’ omvat dan het aantal van 5.000 tot 20.000 dieren. Een aantal waar men nog ’alle kanten mee op kan’. Wat niet in de ’Avifauna van Nederland’ tot uiting komt, maar wel in diverse regionale avifauna’s, is dat de soort vroeger (en daar wordt waarschijnlijk dan zo’n 20 tot 50 tal jaren mee bedoeld) veel talrijker was. In die tijd werden echter nog minder kwantitatieve gegevens van dergelijke soorten verzameld.