’Het is dat ik beloofd heb om jullie noar de plaat te breng’n, anders was ik vandaag nait oetvaart’ zei schipper Meijer toen wij onze spullen vanaf de steiger te Noordpolderzijl aan boord van zijn garnalenboot brachten. ”t Is al windkracht acht en ’t wordt zeker neg’n, van viss’n zal nait veul kom’n’. De overtocht verliep overigens dank zij het snel opkomend water vrij vlot. De gebroeders Meijer waren er blij om, want zij hadden ook nog post en proviand bij zich voor de familie Toxopeus. Zij besloten om deze eerst maar te brengen en zo koersten wij op de morgen van de 18e oktober 1956 eerst naar Rottumeroog. De strandvoogd kwam ons al met de tractor tegemoet. Even later stapelde hij zijn voorraad levensmiddelen voor de komende weken in een snel tempo op de aanhangwagen, die al tot aan de assen in het water stond. Wij wuifden hem na terwijl hij met zijn vrachtje naar huis reed.