Met belangstelling heeft het bestuur van de Nederlandse Ornithologische Unie kennis genomen van bovenstaande visie van de heer Kist op de door hem geschetste ontwikkelingen binnen de Commissie voor de Nederlandse Avifauna (CNA) en Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA). Hierbij heeft zij moeten constateren dat de conclusies van de heer Kist zijn gestoeld op een aantal feitelijke onjuistheden. Gaarne maakt het bestuur van de NOU gebruik van de door de redactie van ’Het Vogeljaar’ geboden gelegenheid om hierop te wijzen en enige kanttekeningen te plaatsen bij bovenstaand artikel. 1. In 1974 vond de herziening plaats van de organisatie en de werkwijze van de CNA. Het belangrijkste resultaat van deze reorganisatie was de instelling van twee commissies, te weten de CDNA en de CSNA (Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna). Hiermede was de CNA geen bestaand orgaan meer, doch slechts de noemer van de plenaire vergadering van beide commissies, die minstens een maal per jaar plaatsvond. De taak van de CDNA was onder meer de beoordeling van zeldzame en schaarse soorten. Waarnemingen van nooit eerder in Nederland vastgestelde soorten werden aan beide commissies voorgelegd. De uiteindelijke beslissing werd genomen in de plenaire vergadering van de CDNA en CSNA. Het is dus niet zo dat de CDNA zich uitsluitend mocht bezighouden met reeds tot de Nederlandse Lijst behorende soorten.