Het tellen van het aantal broedende Huiszwaluwen in een bepaald gebied is in vele opzichten een bijzondere aangelegenheid. Allereerst gaat het de teller er natuurlijk om te weten hoeveel broedparen aanwezig zijn. Het aardige hiervan is dat je dat na een of twee tellingen direct kan vaststellen. Je behoeft dus niet, zoals bij zeer vele andere vogelsoorten, veel vaker te tellen. Het tellen kan bovendien op elk uur van de dag gebeuren. In de regel kun je de nesten ook gemakkelijk zien en dus het aantal goed bepalen. Doordat het aantal tellingen dat gedaan moet worden, zo gering is, Kun je zo’n onderzoekje jarenlang volhouden. Bovendien zijn de telgegevens snel te vergelijken met die uit voorgaande jaren. Wanneer een telgebied jaren achtereen onderzocht wordt ben je er als teller aan gewend geraakt dat onder het aantal broedparen sterke schommelingen kunnen optreden. Ook heb je dan meermalen ondervonden dat niet iedereen blij is met de aanwezigheid van broedende Huiszwaluwen!