„Ik kom alleen maar eens kijken naar de Vogeltuin, die ze ons beloofd hebben” sprak een vriendelijke oude heer tot mij. Met een kijker gewapend was hij er op uitgetrokken in December, toen de eerste berichten over onze vogeltuin in de kranten hadden gestaan. Dat woord ging recht naar mijn hart: „aan ons beloofd”, dat was prachtig. De oude heer werd voor mij de personificatie van alle natuurliefhebbers, die wij hoopten een genoegen te doen met de inrichting van de vogeltuin. Hij had ook goed begrepen wat met dit begrip bedoeld was, beter dan een man, die enige weken later mij een bezoek bracht. Deze meende dat een vogeltuin een bepaalde variëteit van een dierentuin was en bood aan om alle vogels gratis te leveren, welke wij daar ter bezichtiging in kooien wilden opsluiten, mits hij hiervoor in ruil het recht kreeg een vinkebaan in de nabijheid in te richten! Ik geloof, dat deze man enigszins medelijdend het hoofd schudde toen hij de werkelijke toedracht hoorde!