In 1838 werd door drie vooraanstaande Amsterdammers Natura Artis Magistra (Artis) opgericht. Eén van de drie, J.J. Westermann, was in de dagelijkse praktijk ook boekhandelaar/drukker/uitgever. Hij legde de basis voor de zogenoemde Artis Bibliotheek welke sinds 1839 voor de leden van het genootschap was opengesteld. Wie de ontwikkelingen in de vorige eeuw rond de toenemende kennis over de natuur en de natuurlijke historie enigszins kent, beseft dat dit, achteraf gezien, een uniek moment was om een natuurhistorische bibliotheek op te zetten. Te zamen met de bibliotheken van Londen en Parijs herbergt de bibliotheek een van de belangrijkste verzamelingen rond de geschiedenis van de biologische wetenschappen waaronder talrijke handschriften en oorspronkelijke tekeningen. Werken van geleerden zoals Aristoteles, Plinius, Gessner, Belon, Swammerdam, Merian, Linné, Buffon, Pennant, Lamarck, Wilson, Von Humboldt, Naumann, Temminck en nog heel veel anderen roepen een beeld op over de historische kwaliteit. In 1856 werd de collectie aangevuld met de privébibliotheek van Westermann zelf, waaronder de kostbare folianten van John Gould. In 1868 werd de bibliotheek ondergebracht in een speciaal daarvoor ontworpen gebouw. Dit gebouw ontworpen door de architect G.B. Salm, is sinds 1972 een rijksmonument. Uit de goed gedocumenteerde en rijke historie van de bibliotheek blijkt dat deze in 1939 in eigendom werd overgedragen aan de Universiteit van Amsterdam. Op 4 oktober 1990 is officieel de ’Plantage Bibliotheek’ geopend. Deze bestaat uit; de oorspronkelijke Artis Bibliotheek, de Bibliotheek van het Instituut voor Taxonomische Zoölogie (ITZ) en de Bibliotheek van de Natuurwetenschappelijke Studiekring voor het Caraïbisch Gebied. Inmiddels is in het gebouw ook de bibliotheek van de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) ondergebracht. De collectie (5000 meter planklengte) van de Plantage Bibliotheek omvat momenteel ongeveer 200.000 banden en meer dan 2.000 tijdschrifttitels!