Op 21 november 1992 werd door Dirk Moerbeek bij de bekende Zuidpier van IJmuiden een Ross’ Meeuw ontdekt. Het meeuwtje, wat kleiner dan een Kokmeeuw en iets groter dan de Dwergmeeuw, heeft spitsere vleugels dan deze laatste soort. Het belangrijkste kenmerk is evenwel de vrij lange, wigvormige staart. De waargenomen vogel werd gedetermineerd als een exemplaar in tweede winterkleed of bijna adult exemplaar dat volgens de bijgaande foto’s een klein oorvlekje had, een lichtgrijze ondervleugel en op de bovenvleugel nog restanten van een W-patroon, zoals dal ook bij de Dwergmeeuw voorkomt.