Helgoland is een eiland in het zuidoostelijke deel van de Noordzee. Dit deel van de zee staat bekend als de Duitse Bocht. Het eiland bestaat uit een rotsformatie die uit de zee opduikt en is zeer vogelrijk. Op het eiland, dat ook bewoond is, bevinden zicht interessante vogelrijke gebieden, waaronder een bekende ‘vogelrots’. Er broeden hier een aantal leuke zeevogelsoorten die we in Nederland niet vaak zo dicht bij te zien kunnen krijgen, uitgezonderd als stookolieslachtoffer. Het meest tot de verbeelding sprekend zijn de Jan-van-genten die op het eiland een kleine kolonie hebben met een omvang van ongeveer driehonderd paar. Sinds 1991 broedt deze soort er. Aanvankelijk met slechts twee paren. Het eiland heeft een oppervlak van 1,9 km2 (190 hectare) en bestaat eigenlijk uit twee ‘verdiepingen’. Er is namelijk een hoger gelegen deel en een lager gelegen deel. In de buurt van Helgoland ligt nog een kleiner eiland (Düne) met een oppervlak van circa negentig hectare. Daar komen twee soorten zeehonden voor: de Gewone Zeehond en de Grijze Zeehond (Kegelrob). We hebben dit eiland midden mei bezocht, maar ook andere jaargetijden komen in aanmerking voor een bezoek. Dat is uiteraard afhankelijk van wat men er hoopt te gaan zien.