Eind augustus ontdekt onze oudste dochter in de spitskool op de volkstuin enkele tientallen rupsen van het groot koolwitje. Ze zijn bijna vier centimeter lang, dus min of meer volgroeid. We vangen alle rupsen die we kunnen vinden en huisvesten ze met een paar koolbladen in een plastic bak, die aan de bovenzijde is afgesloten met gaas. De volgende morgen zie ik dat ze weinig hebben gegeten. Twee rupsen zijn voorbereidingen aan het treffen om te verpoppen.