In de Nederlandsche Staatscourant van 2 Augustus 1890, n°. 179, lezen wij het volgende: »Op verzoek van de inspecteurs en adjunct-inspecteurs voor het geneeskundig Staatstoezicht, worden ter algemeene kennis gebracht de volgende, in hunne vergadering vastgestelde: Raadgevingen ter voorkoming van besmetting door longtering. Van elke tien personen, die in Nederland overlijden, sterft één aan longtering. Ook in andere landen dan het onze, is de sterfte aan tering zeer groot, en het is zeer natuurlijk, dat men overal naar middelen heeft gezocht, om de tering, zoo al niet te genezen waar zij reeds bestaat, dan toch haar ontstaan te voorkomen.