Teelt van eetbare paddestoelen in een Schotsche tunnel

Bij den aanleg der eerste spoorwegen werd weinig zorg besteed aan de best te volgen richtingen en zijn vele tunnels gemaakt, die met beter overleg onnoodig zouden geweest zijn. Zulk een tunnel is o. a. een vijftig jaar geleden door de Noord-Britsche spoorwegmaatschappij, bijna 2 M. diep en 2¾ kilometer lang, onder de straten van Edinburg gebouwd, doch in later jaren verlaten, nadat men de lijn naar den buitenkant der stad verlegd had. De tunnel bleef een tijdlang onbenut, totdat nu tien jaar geleden de heeren R. en J. PATON uit Glasgow die kochten en voor den verbouw van paddestoelen inrichtten. Door de slechts uiterst weinig afwisselende temperatuur en de heerschende duisternis, is deze onderaardsche gang een uitgezochte groeiplaats voor gezegde cryptogamen, die, naar men weet, het licht schuwen en door hun gemis aan bladgroen ook niet behoeven.¹