Van geachte zijde gewerd mij volgend schrijven, zijnde een uitreksel uit een brief van een officier bij ’t N. I. leger aan diens familie hier te lande. “Onlangs heb ik een scorpioen gezien. Het was een kleine, ongeveer zoo groot als een europeesche hagedis. Zij had twee scharen oven als eene krab en achter in den staart een krommen, naar boven gekeerden angel, waarmede zij in alle richtingen kon steken, zonder zich te verplaatsen.