Jaren geleden deed ik tijdens een cursus mee met een optimaliserings opdracht voor twee fabrieken die allebei sinaasappels als grondstof hadden. Er was meer vraag naar sinaasappels dan aanbod er van. We hadden veel gegevens en we lieten er ingewikkelde berekeningen op los. Na afloop bleek dat we met zijn allen dom bezig waren geweest. Niemand van ons had zich gerealiseerd dat die fabrieken helemaal niet hoefden te concurreren. Ze konden perfect, tot ieders voordeel, samenwerken: de ene fabriek gebruikte de schil van de sinaasappel om er medicijnen van te maken, de andere fabriek had alleen belangstelling voor het vruchtvlees. Wat hebben die sinaasappels, zal de oplettende lezer zich afvragen, met fossielen te maken? Alles. Sylvia Verschueren en ik verzamelen allebei fanatiek fossielen. Maar we verzamelen niet dezelfde fossielen; Sylvia doet aan foraminiferen en tanden van kraakbeenvissen zoals haaien en roggen; ik ben vooral in schelpen geïnteresseerd. Daarom nam ik onlangs een bananendoos met bakken Miste-gruis voor haar mee. Sylvia pikt daar, in de dubbele betekenis van het woord, de tanden en forams uit; de schelpen houdt ze voor mij apart.