Geïsoleerde botjes van fossiele mariene vissen worden vrij vaak in miocene sedimenten van de Noordzee aangetroffen. Meestal betreft het werveltjes, die moeilijk op naam gebracht kunnen worden en die taxonomisch ook geen belang hebben. Soms worden er ook botjes van de schedel gevonden en die kunnen potentieel wel gedetermineerd worden, alleen bestaat er nauwelijks literatuur over. In deze bijdrage gaan we dieper in op één zulk botje, dat bij haringachtigen voorkomt.