Het leven in holen biedt konijnen het voordeel dat ze er veilig zijn voor predatoren als roofvogels en de vos, maar niet voor een gespecialiseerde konijnenjager als de bunzing. Konijnen kunnen echter niet de hele dag in hun hol blijven zitten. Om te eten blijven ze het liefst in de buurt van het hol, waar het gras vaak heel kort afgegraasd is. Door bemesting en het aanbrengen van roofdiergeur in plots is het graasgedrag van konijnen gemanipuleerd om na te gaan welke keuzen hongerige konijnen maken. Samen met de Noord-Amerikaanse prairiehonden en de Aziatische koloniale pika’s Ochotona sp. vormen konijnen Oryctolagus cuniculus een unieke groep graslandbewoners. Deze kleine grazers hebben met elkaar gemeen dat ze in holen leven en bijdragen aan de biodiversiteit van graslanden. Maar ze zijn ook een doorn in het oog van de boerenstand en worden daarom intensief vervolgd worden in agrarisch gebied. Aangezien veel graslanden omgevormd zijn tot agrarisch gebied heeft dit geleid tot een decimering van de stand van de prairiehonden en een aantal pika soorten. Voor het Europese konijn ligt dat wat anders aangezien deze voor onze contreien exotische soort zich zeer succesvol heeft voortgeplant buiten zijn oorspronkelijke leefgebied (in Spanje en Portugal). Van al deze soorten kleine grazers is eigenlijk heel weinig bekend over hun rol in het grasland ecosysteem. Tijdens mijn promotie onderzoek bij de Leerstoelgroep Natuurbeheer en Plantenecologie van Wageningen Universiteit heb ik onderzoek gedaan naar het foerageergedrag van konijnen (foto I).