Op p. 1100 van het C.B. (no. 106) zegt de heer Spaink van de Eem-terreinen te Amsterdam-West: ”dat van Clausilia pumila liefst 10 gave exemplaren gevonden zijn, waarvan dr. Loosjes in vervoering raakte”. Men krijgt hier de indruk, dat ik exemplaren zag en de determinatie bevestigde. Dit is niet het geval. Ik kreeg slechts enige fragmenten onder ogen en kon daar geen C. pumila in herkennen. De gave exemplaren zag ik niet. Dat ik enthousiast was berust op een reactie op een telefoontje, dat C. pumila te Amsterdam gevonden zou zijn.