In 1995 kwam de archeoloog van de gemeente Gouda (R. Kok) tijdens opgravingswerkzaamheden een grote schelp tegen. Het was een ruim 15 cm lange klep van een zoetwatermossel die zich in de grachtvulling (bagger) van de Nieuwehaven in het centrum van Gouda bevond. Dit water werd in 1350 gegraven en in 1940 gedempt. Ergens in deze periode is de schelp in het water terecht gekomen. Enkele dingen vielen gelijk op: de flinke afmetingen, de bewerking en de soort. De foto's geven een beeld van de vondst. De afmetingen van de (beschadigde) schelp zijn: lengte 153 mm, hoogte 95 mm en dikte 18 mm, de schelpwand is 1 tot 2 mm dik. Een deel van de schelp is verwijderd om het geheel de omtrek van een vis te geven, de binnenzijde is ingekrast en plaatselijk verdiept (rondjes). Een metalen staafje van circa 4 cm met aan één kant schroefdraad en een 'moertje' steekt door het midden van de schelp. Op de buitenzijde bevindt zich nog grotendeels de bruinzwarte opperhuid, de top is gekorrodeerd.