Door de eeuwen heen zijn de landelijke gebieden in Nederland sterk in cultuur gebracht. Hierdoor is het bij eiken moeilijk autochtone van niet-autochtone populaties te onderscheiden. Als aanvulling op veldinventarisaties kan DNA-onderzoek ingezet worden om autochtone eikenpopulaties te identificeren. DNA-onderzoek heeft laten zien dat variatie in het chloroplastDNA (cpDNA) van eiken in Europa een duidelijke geografische structuur heeft die grotendeels de postglaciale herkolonisatieroutes weerspiegelt. De afgelopen 20 jaar zijn er veel cpDNA gegevens verzameld van zomer- en wintereikenbossen in Nederland. Welk beeld levert dat nu op? Zijn er duidelijke verschillen tussen aangeplante en natuurlijke eikenbossen wat betreft hun cpDNA samenstelling? En zijn er grote verschillen tussen de soorten?

, , , , , ,
De Levende Natuur

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

De Levende Natuur

J. Buiteveld, T. Helmink, & S.M.G. de Vries. (2016). Identificatie van autochtone eikenpopulaties in Nederland: chloroplastDNA als hulpmiddel. De Levende Natuur, 117(001).